‘We leven in oorlog en bijna niemand die het weet’

Op 23 augustus 2013 staat de binnenplaats van Frayba, partnerorganisatie van Mensen met een Missie, overvol met zo’n 70 mensen uit 12 families. Mannen, vrouwen, kinderen. Sommigen van hen huilend. Verjaagd uit hun eigen dorp Puebla in Chiapas, Mexico. Geen andere plek om naartoe te gaan…

Belofte

Ik zie ze binnenkomen. In de chaos van het moment vraagt lekendominicaan Pablo, werkzaam bij mensenrechtenorganisatie Frayba, aan mij: ‘Chantal, weet je wat hier gebeurt? We leven in oorlog en bijna niemand die het weet. Ga naar huis Chantal en vertel het! Vertel de mensen in Nederland dat we in oorlog leven. En vraag om solidariteit en steun.’ Ik knik geëmotioneerd. Met die belofte in mijn hart verlaat ik twee dagen later Mexico weer.

Massamoord

De geschiedenis van dit verhaal begin in 1997. De inheemse bevolking, sinds de jaren ’70 deels evangelisch en deels katholiek woont vreedzaam samen in Puebla. De lokale presbyteriaanse predikant is één van de aanstichters van de massamoord van 22 december 1997 in het nabijgelegen Acteal waarbij in vijf uur tijd 46 ongewapende mensen, voornamelijk (ook zwangere) vrouwen en kinderen tijdens een kerkdienst op uiterst gewelddadig wijze worden mishandeld, gemarteld, verkracht en vermoord door een groep van 70 paramilitairen.

De slachtoffers behoren tot de Zapatisten en de Abejas; sociale bewegingen die zich actief inzetten voor de rechten van de Maya-bevolking. Zij streven ernaar onafhankelijk te leven om te kunnen blijven strijden voor rechtvaardigheid; voor hun recht op land, op zelfbeschikking en op respect voor culturele diversiteit.

Het is duidelijk dat de predikant de massamoord aanstichtte en stimuleerde: op een foto is te zien dat hij de wapens van de paramilitairen zegent. Hij heeft goede contacten met de Mexicaanse overheid die allerlei programma’s ‘ter ondersteuning’ van de bevolking aanbiedt, maar waarmee ze vooral tracht de Zapatisten en Abejas terug te dringen en verdeeldheid probeert te zaaien binnen de indiaanse gemeenschappen.

De massamoord van Acteal blijft grotendeels ongestraft: slechts 18 mannen werden in 2002 veroordeeld voor betrokkenheid bij het bloedbad. Zij worden begin 2013 alweer vrijgelaten en een aantal van deze paramilitairen keert terug naar Puabla. De katholieke minderheid van het dorp verzoekt Frayba om de aanwezigheid van mensenrechtenwaarnemers. Ze zijn bang voor herhaling van de onbestrafte gruweldaden van de paramilitairen.

Kerk verwoest

Het dorp Puebla beschikt over 12 evangelische kerken, maar de katholieke bevolking heeft nog geen gebedshuis. In juni zijn de mensenrechtenwaarnemers die daar vanuit Frayba aanwezig zijn, getuige van de start van de bouw van een katholieke kerk. De aanwezigheid van de waarnemers zorgt ervoor dat de rust een tijdlang bewaart blijft.

Wanneer er door omstandigheden een tijdje geen mensenrechtenwaarnemers aanwezig zijn, wordt in de nacht van 18 juli de in aanbouw zijnde kerk volledig verwoest. Vervolgens hebben de lokale autoriteiten, waarin deze predikant een functie bekleedt, de katholieke groep beschuldigd van het vergiftigen van het water van de gemeenschap. Er zijn toen een aantal van hen onterecht en op een gewelddadige wijze opgepakt, mishandeld en vastgezet. Er werden doodsbedreigingen geuit en een aantal van hen vluchtte naar San Cristóbal de las Casas. De straffeloosheid in Mexico leidt tot nieuw geweld en aanzet tot haatacties.

Frayba heeft de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten gevraagd om de veiligheid van de gevluchte inwoners van Puebla te waarborgen, zodat zij terug konden keren naar hun huizen en hun land, waarvan ze afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud. Zij leggen de verantwoordelijkheid voor de persoonlijke integriteit van de vluchtelingen in de handen van de staat.

In de kou

Op 20 augustus keren de vluchtelingen daarom terug naar hun dorp, onder begeleiding van de politie, mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke media. In de hoop hun leven weer op te kunnen pakken. Hen wordt echter de toegang tot de gemeenschap op gewelddadige manier ontzegd. Ze worden bij de enige toegangsweg tot het dorp omsingeld en met stenen bekogeld. Ook wordt er gedreigd dat ze levend in brand zullen worden gestoken met benzine. Om dit dreigement te ondersteunen worden enkele van hun huizen in brand gestoken. De politie die hun veiligheid moet waarborgen vlucht als eerste.

Op 23 augustus komen de vluchtelingen na wat omzwervingen op de binnenplaats van Frayba aan, alwaar ze worden opgevangen. Een oplossing is niet voorhanden. Deze zeventig mensen kunnen niet naar hun huis, niet naar hun eigen akkers terugkeren. De gemeenschap bedreigt hen en de Mexicaanse overheid laat hen in de kou staan.

‘We leven in oorlog Chantal. Ga naar huis en vertel het aan de wereld. We leven in oorlog en bijna niemand die het weet´, echoot het nog lang in mijn hoofd.

Dit artikel werd door mij geschreven voor Mensen met een Missie, naar aanleiding van mijn werkbezoek aan Mexico in 2013 naar partnerorganisatie FrayBa.